“Het hoofd is zo verward”, geeft hij aan. Zijn ogen schieten weg, een hand strijkt vertwijfeld door zijn haren. Zijn gezicht oogt moe, gelaatstrekken hangen naar beneden, een grauwige teint.
“Wat maakt het zo verward?”, vraag ik.
“Ik snap gewoon niet dat ik bijna niks meer kan.”
En hij somt op dat hij vaak al doodmoe wakker wordt, drie keer per week een paar uurtjes naar het werk is al bijna niet te doen. Op het werk kan hij weinig concentratie opbrengen en dat levert een bult aan schuld- en verantwoordelijkheidsgevoel op van wat er dan allemaal blijft liggen. En ook thuis: in de tuin werken of een afwasmachine inladen, het is al gauw te veel.
Een half jaar geleden is hij met zijn fiets op een auto geknald. Een ongeluk, waarbij hij even buiten bewustzijn was, maar niks had gebroken. Het leek mee te vallen. “Ik heb wel veel last gehad van hoofd- en nekpijn de eerste dagen, maar na anderhalve week ben ik weer aan het werk gegaan.” Achteraf gezien te snel, want er zijn nog veel restklachten zes maanden verder. De lijst is lang: vermoeidheid, nekklachten, hoofdpijn, geheugenverlies, focus- en concentratieproblemen, slecht tegen drukte kunnen, wazig zien, emotioneel labiel voelen. Diagnose: PCS oftewel ‘langdurig klachten na hersenschudding’.
Op de massagetafel strijk ik steeds opnieuw vanuit zijn onderrug omhoog, over de schouder en glijd zo verder over zijn arm en hand. Aan de rechterkant voelt dit fijn, een zucht, er komt wat ontspanning in de spieren. De schouder zakt in de tafel, de arm voelt zwaarder.
Vervolgens de linkerkant. “Het lijkt alsof je links steeds tegen een berg op masseert. Ik voel de spanning daar letterlijk oplopen in mijn lijf”, geeft hij aan.
“Waar staat die berg dan voor?” Een diepe zucht: “Mijn leven.”
“Dat is wel heel veel”, beaam ik. “Wat als je nu eens een klein deel daarvan bekijkt dat de meeste aandacht vraagt nu?” “Mijn werk”, antwoord hij direct.
Ik strijk rustig door, steeds opnieuw van onderrug naar schouder, door naar arm en hand. Hij ademt diep in en uit.
Even later geeft hij aan dat het voelt alsof er een houten blokkendoos in zijn schouderblad zit. Zo eentje met een schuifdeksel erop. Toen ik vroeg naar een kleiner deel, schoof de deksel open en werden de blokjes zichtbaar. Het leven opgedeeld in meerdere stukjes, waarvan werk(spanning) op dit moment eruit springt. Even alle aandacht voor dit werk-blokje levert uiteindelijk het besef op hoeveel stress die paar uur in de week hem opleveren. Een stap terugdoen daarin zou beter zijn voor zijn herstel. Precies zoals de bedrijfsarts al had gezegd. Maar nu ook zo ontzettend voelbaar voor hem.
Zijn ogen staan rustiger, zijn hoofd voelt wat minder verward.
Comments